Oud-militair kapelmeester nieuwe dirigent van drumfanfare St. Martinus

DIDAM – Hij stond voor diverse militaire orkesten en was veertien jaar kapelmeester van het tamboerkorps van de Koninklijke Marechaussee. Sinds 5 juli is de inmiddels 70-jarige Simon Kleinjan dirigent van drumfanfare St. Martinus Greffelkamp. “Eind november hadden we de eerste gesprekken en het klikte meteen.”

Kleinjan vond in Greffelkamp zijn gewilde tweede orkest om te leiden. St. Martinus ziet in de Heelsummer de ideale dirigent, die niet alleen de kwaliteit van de blazerssectie naar een hoger niveau kan brengen, maar ook ervaring heeft met het slagwerk. “We willen heel graag een dirigent die ook veel aandacht heeft voor de slagwerkers”, zegt voorzitter Dorothé de Reus.

Daarnaast willen de leden meer inspraak in de muziekkeuze en is een goede samenwerking tussen de nieuwe dirigent en de muziekcommissie een vereiste. Ook moet de muzikaal leider de sfeer kennen van de drumfanfare en affiniteit hebben met de activiteiten van de vereniging, zoals het jaarlijks terugkerend schuttersfeest.

“Nieuwe leden moeten bovendien makkelijk bij ons kunnen instappen. In onze vacature hebben we daar ook om gevraagd”, vertelt De Reus. “Tenslotte zochten we iemand die ambitieus, ervaren, motiverend en geduldig is en uiteraard over de juiste papieren beschikt. Die capaciteiten heeft Simon Kleinjan allemaal.”

Eerste indruk
De Greffelkampse drumfanfare was dan ook zeer content dat Kleinjan op de vacature solliciteerde. Tijdens de vijf repetities, die Kleinjan voor de korte zomerstop voor het orkest stond, maakten de muzikanten op hem eveneens een goede eerste indruk. “Het orkest past bij me”, vindt hij. “Het klikt van beide kanten. Ik ben hier ook instructeur en leg tijdens de repetities veel uit. Dat bevalt me prima.”

Muzikaal wil Kleinjan dan ook het nodige veranderen bij St. Martinus, zowel kwalitatief als qua genre. Zo wordt er vaker gekozen voor wat modernere muziek, afgewisseld met licht klassiek. “Marsen voor op de weg moeten makkelijk in het gehoor liggen”, zegt hij. “Die moeten leuk klinken en makkelijk te spelen zijn. Je wilt voor het grote publiek goed voor de dag komen en laten zien wat je kunt. Daarbij is het ook belangrijk dat je marsen speelt, waarop de schutters goed kunnen lopen.”

Als de repetities op 6 september weer beginnen, gaat het orkest daar het eerst mee aan de slag. “Mocht het schuttersfeest begin op oktober doorgaan, dan zijn wij er in elk geval klaar voor”, vertelt De Reus. Normaal gesproken had het schuttersfeest afgelopen weekend plaatsgevonden en had de mars- en kerkmuziek alweer de kast in gekund. “Nu moeten we die na de vakantie eerst oefenen voordat we met de repetities voor ons eindejaarsconcert beginnen.”

Corona
Dat staat vooralsnog gepland op zondag 19 december. De Reus: “Vorig jaar kon dat natuurlijk niet doorgaan. Door de corona hebben we het afgelopen jaar sowieso weinig kunnen spelen. Dat heeft gelukkig geen invloed gehad op ons ledental, we hebben nog steeds 41 spelende leden. Sommige hebben in die periode echter nauwelijks een instrument aangeraakt.”

De blazers moeten daardoor eerst weer embouchure (lipspanning) opbouwen om goed te kunnen spelen. “Dat is na de vakantie één van de dingen waar we mee aan de slag gaan”, zegt Kleinjan. “Een mooie uitdaging, waar ik heel veel zin in heb.”