Joep’s beslommeringen: Duitsers

Volgens berichtgeving in de krant van deze week zijn Duitsers overal goed in. Of anders gezegd, zij zijn beter dan de Nederlanders. Misschien zit er wel een kern van waarheid in. Dat zij betere auto’s maken is duidelijk, want auto’s van Nederlandse makelij worden amper gemaakt, dus dat is niet zo’n kunst. Dat zij beter kunnen voetballen is een feit, want zij zijn weer wereldkampioen en Nederland moet dat voor het eerst nog zien te worden. Dat zij beter kunnen fietsen, ondanks een veelvoud aan fietsen die er in Nederland meer zijn dan in Duitsland, blijkt uit het feit dat in de Tour de France van dit jaar al zes overwinningen op Duitse naam staan, terwijl Nederland er eindelijk na jaren weer één op haar conto mag schrijven. De Duitse economie bloeit als nooit te voren, terwijl het in Nederland nog steeds kwakkelen is. Wanneer Angela spreekt, staat Mark altijd schuin achter haar en bevestigt met een glimlach haar woorden. Ligt dit aan de Duitsers dat wij vaak de onderliggende partij zijn, of heeft de Nederlander zich geschikt in zijn rol en is tevreden met een mager zeventje, terwijl de Duitser altijd voor een vette tien gaat.

De mensen in Nederland moeten zich dit niet al te zwaar aantrekken want in de hondenwereld ligt dit al niet zoveel anders. In Duitsland hebben ze de Duitse herder, de Duitse dog, de Duitse staander en niet te vergeten de Rottweiler en de Dobermann. Namen die alleen al schrik aanjagen, laat staan dat er bij enkele rassen ook nog specifiek Duits voor staat zodat er vooral geen misverstand over kan zijn waar deze sterke stoere honden vandaan komen en waar zij voor dienen. Orde en gezag!

Wat stelt Nederland hier tegenover? Het Markiesje, het Kooikerhondje en de Schapendoes.
Laten we eerlijk zijn, daar raakt toch niemand van onder de indruk. Dus ook hierin zijn zij ons veruit de baas. Ben ik blij dat ik een Boxer ben. Ik ben dan weliswaar in Nederland geboren, maar ben van Duitse oorsprong. Mijn voorouders werden nog ingezet in gevechten tegen beren en stieren. Dat is even andere koek dan hele dagen bij het vrouwtje op schoot zitten of in de wei bij een paar schapen die per definitie te lui zijn om enige activiteit aan de dag te leggen.