Joep’s beslommeringen: Dagdromen

Joep ligt in zijn mand een beetje te suffen. Vandaag heeft hij waarschijnlijk niet zijn dag. Zelf zit ik op de bank en de gedachten komen in mij op dat ik soms wel eens jaloers op hem ben, dat ik ook wel eens een hond zou willen zijn.

De hele dag een beetje lui op de bank rondhangen. Mij niet druk hoeven te maken over het bot waar het in deze wereld omdraait. Af en toe naar buiten om mijn behoefte te doen of even lekker te spelen. Achter fietsers aan rennen en net doen of ik deze in de kuiten wil bijten. Dat ik zijn scherpe neus had, zodat mijn omgeving in een geheel nieuw perspectief zou komen te staan. Ik zou alles opnieuw ordenen en in andere categorieën indelen. Degene die kruipen en die rechtop lopen, die aardig en niet aardig zijn, die lekker ruiken en die stinken. Types die stinken zou ik in de broek of rok grijpen of in de billen bijten, iets wat ik nu zelf slechts in extreme gevallen doe. Als er iemand aan de deur komt, zou ik er naar toe gaan en blaffen, blij dat ik niemand binnen hoef te laten. Ik zou zeggen, het spijt mij maar de baas is niet thuis en ik ben alleen maar de hond. ‘s Avonds lekker languit bij het vrouwtje op de bank liggen waarbij zij al kijkend naar haar favoriete televisieprogramma, mij lekker plichtsmatig over mijn buik aait. Ik zou heel veel geld overhouden omdat ik alleen maar brokjes hoef te kopen en hondenbelasting hoef te betalen.

Maar als mens zijn er toch ook wel voordelen. Want in één ding ben ik als mens beter af en daarom zal hij mij benijden. Ik ben namelijk degene die de koelkast kan openen en dat zijn de momenten dat Joep wenst dat hij mij zou zijn.